7. Getallen, data en nummers

In dit hoofdstuk: de afspraken over de schrijfwijze van getallen, data, telefoonnummers en dat soort dingen. Ook dat doen we zoveel mogelijk op dezelfde manier.

Let op: we schrijven cijfers online (of digitaal) anders dan offline. Vanaf een scherm lees je tekst en getallen namelijk anders dan vanaf print. Zie ook hoofdstuk 8: Schrijven voor web.

  • Voor digitale middelen schrijven we cijfers daarom altijd in getallen. Dus:
    ‘We hebben 3 eenheden en meer dan 70 locaties’.
  • Offline schrijven we getallen onder de 20 wél uit. Dat is de algemeen geldende regel. Behalve bij data, daar doen we dat niet. Zie ook het kopje ‘Datum en tijd’. Dus:
    ‘We hebben drie eenheden en meer dan 70 locaties’ en: ’23 september 2023’.

Rangtelwoorden tot en met 20 schrijven we voluit. Bijvoorbeeld: ‘eerste’, ‘vijfde’ of ‘twintigste’. Dat geldt ook voor alle andere tientallen, honderdtallen en duizendtallen. Dus ‘dertigste’, ‘honderdste’ en ‘duizendste’.

In gevallen waar je ruimte moet besparen, gebruik je cijfers en komt er een e achter het getal. Bijvoorbeeld ‘33e‘ of 365e’.

Als een cijfer deel uitmaakt van een woord, schrijven we het voluit. Voorbeelden: ‘derderangs’ of ‘vijfkoppige’.

Datum
In een lopende tekst en bovenaan een brief schrijven we de datum voluit. We gebruiken daarbij cijfers, maar niet voor de maanden. Dus: 3 september 2022.

Bij uitzondering, bijvoorbeeld als er weinig ruimte is in de opmaak, kun je kiezen voor tussenliggende streepjes: 03-09-2022.

Het jaartal noemen we alleen als dat echt noodzakelijk is. Vaak is het logisch dat het om de eerstvolgende datum gaat. Ook ‘aanstaande’ gebruiken we daarom niet. Een voorbeeld: ‘Je bent van harte welkom tijdens de Breinbasics dagtraining van 11 juni’.

Tijd
Bij tijdsaanduidingen gebruiken we het woord ‘uur’ na de cijfers. We korten niet af tot ‘u.’.

De vergadering begint om 8.30 uur.
Openingstijden: 9.30 – 12.30 uur.

De geschreven tijd maakt meteen duidelijk of het om de ochtend of de middag gaat.

‘8.00 uur’ of ‘16.00 uur’ en niet ‘8 uur’ of ‘4 uur’.

Als we het woord ‘uur’ willen weglaten, vanwege ruimtegebrek of in een opsomming, gebruiken we een dubbele punt/ : tussen de uren en minuten. We schrijven dan dus bijvoorbeeld ‘8:00 – 16:00’.

In bedragen gebruiken we het euroteken ‘€’. Deze wordt voor het bedrag gezet, met een spatie ertussen. Bijvoorbeeld:

‘De kosten voor de Breinbasics dagtraining zijn € 85,- per deelnemer. Bedragen worden in 2 decimalen uitgedrukt. Bijvoorbeeld € 3,95 of € 22,50.

Bij grotere bedragen schrijven we een punt bij elk duizendtal. Dus de zorgtechnologie kost € 25.500,-. In samenstellingen vermelden we decimalen en ,- niet. Bijvoorbeeld: € 5-biljet.

Vaste telefoonnummers:
Netnummer, streepje met spaties eromheen en het abonneenummer in groepjes van drie: 0341 – 255 777.

Mobiele nummers:
Netnummer, streepje met spaties eromheen en het abonneenummer in groepjes van twee: 06 – 45 34 66 87.